In Victoriaans Engeland vertelt de jonge, mooie Alice een onmogelijk verhaal over een vreemd nieuw land aan de andere zijde van een konijnenhol. Een onzichtbare kat, een waterpijp rokende rups en speelkaarten die kunnen praten zijn maar een paar van de fantastische dingen die ze heeft gezien tijdens haar avontuur. Dit verwarde meisje moet wel gek zijn. Haar artsen willen haar genezen met een behandeling waardoor ze alles zal vergeten. Alice lijkt er klaar voor te zijn om alles achter zich te laten, vooral de pijnlijke herinnering aan de geest waar ze verliefd op werd en die ze voor altijd heeft verloren: de knappe en geheimzinnige Cyrus. Maar in haar hart weet Alice dat deze wereld echt is, en op het nippertje kunnen de sardonische Hartenboer en het onstuitbare Witte Konijn haar redden van dit lot. Samen duiken de drie in het konijnenhol en komen terecht in een wonderland waar niets onmogelijk is.