Twee maffiaclans zijn in conflict in het hart van Napels.
De eerste wordt al 30 jaar geleid door Don Pietro Savastano en de andere door Don Salvatore Conte.
Don Pietro Savastano wordt oud en wil het stokje overdragen aan zijn zoon, Gennaro Savastano, alias Genny. Maar Genny is nog veel te jong om een clan van deze omvang alleen te leiden. Hij wordt nog steeds aangetrokken door dingen van zijn leeftijd. Don Pietro vraagt zijn beste handlanger, Ciro Di Marzio, om zijn zoon in te wijden in de rol van maffioso. Bijgenaamd de Onsterfelijke, is Ciro de opkomende man van de clan en de favoriet van Pietro Savastano.
Sneller dan verwacht wordt Genny het hoofd van de Savastano-clan. Er ontstaat een generatieconflict tussen de jongeren, vrienden van Genny, en de ouderen, die trouw zijn gebleven aan Don Pietro, waar Ciro deel van uitmaakt, wat het voortbestaan van de clan in gevaar brengt.