Alfred Jodocus Kwak wordt geboren als zoon van Johan Sebastiaan Kwak en Anna van de Polder. Vlak na zijn geboorte verliest Alfred zijn ouders en zijn broertjes en zusjes, die worden overreden door een grote auto, wanneer zij vanwege projectontwikkeling de polder waarin zij leefden hebben moeten ontvluchten. Henk de Mol, een goede vriend van de familie Kwak, ontfermt zich over de kleine, gele eend. Onder toezicht van zijn adoptievader groeit Alfred op in een woonklomp in Groot Waterland. Daarbij beleeft hij een groot aantal avonturen.