Tato is een weesjongen op drift en een liefhebber van rapmuziek. In een stad waarin geweld heerst, dient hij zijn plek te vinden. Met zijn vrienden Pitu en La Crespa poogt hij een andere manier te vinden dan zich met misdaad bezig te houden en ze nemen deel aan muziekbattles. Nadat hij ruzie krijgt met bendeleden slaat Tato op de vlucht. Hij verlaat de stad en trekt in bij zijn grootvader Octavio die hij in feite niet kent.