In een uitgestrekt niemandsland leven drie broers - Hein, Pé en Roemer - en hun bejaarde moeder Hillie. Opmerkelijke figuren, wonend in een scheef huis dat zichzelf ‘omverzucht’. Ieder jaar wordt het huis handmatig rechtop getrokken. Dit proces gaat al decennialang goed, totdat moeder abrupt naar het warme Zuiden vertrekt. De nestblijvers zijn voor het eerst op zichzelf - en elkaar - aangewezen. Hoe verder Hillie van huis is, hoe schever de verhoudingen tussen de broers. En hoe schever de verhoudingen, hoe meer het huis kantelt. Valt er nog iets te redden?