Wanneer Simon 29 wordt, verschijnt zijn geesteszieke vader Mogens plotseling op zijn verjaardag en vertelt hem dat hij een cadeau voor hem heeft: een rode sportwagen. De familie gelooft hem echter niet en Mogens loopt weg. Zijn oudere broer Jens neemt het op zich om Mogens naar het ziekenhuis te brengen voor opname. Maar Mogens kan het cadeau dat hij Simon wilde geven niet vergeten en hij haalt Jens over om het samen met hem te zoeken. Daarna voert de reis hem door de straten van Kopenhagen en ontwikkelt zich tot een adembenemende ontmoeting tussen vader en zoon, die elkaar eerst echt moeten leren kennen. Vader en zoon moeten beseffen dat er niet altijd iets goed of fout is.