Terwijl ze in 1947 in een mijnstadje in de buurt van Vladivostok vertoeven tussen Sovjet-ballingen en Japanse krijgsgevangenen (Japanse gevangenen bleven jarenlang in Siberië nadat de oorlog was geëindigd), moeten de kinderen iets verzinnen om ze bezig te houden. Twee vrienden, Valerka en Galia, spelen eigenaardige, zeer gevaarlijke spelletjes te midden van de door de mens gemaakte woestenij van Suchan.