Deze tweedelige film onderzoekt de benarde situatie van de arbeidersklasse. In deel één gaat een bejaarde fabrieksarbeider in zijn laatste dagen voordat hij gedwongen wordt met pensioen te gaan, aan het werk. Hij verlaat het fabrieksleven dat hij altijd heeft gekend en gaat naar huis, naar zijn vrouw. In het tweede deel gaat een jonge boerenjongen naar een industriële handelsschool om zich voor te bereiden op het werk dat de oude man achterliet. De oude man verliest zijn vrijheid door gedwongen pensionering, terwijl de jonge man zijn vrijheid verliest door een arbeider te worden die geconfronteerd wordt met een leven lang fabriekswerk.