Soof - kort voor Sophie - nadert de 40 en heeft alles wat ze ooit wilde: drie leuke kinderen, een klein cateringbedrijfje, een lieve man Kasper en een heerlijk huis. Tot ze zich op een dag afvraagt: “is this all there is?” Het cateringbedrijfje wil niet echt van de grond komen, haar drie kinderen slokken al haar tijd op en ze kan niet echt rekenen op Kasper, die zijn tijd vooral in zijn eigen werk stopt. Als Soof tijdens een etentje choreograaf Jim tegen het goddelijke lijf loopt is er meteen een klik. Even iemand die haar ziet om wie ze is, zich niet meteen afvraagt wie de kinderen naar hockey brengt en die haar het gevoel geeft bijzonder te zijn. Als de relatie tussen Soof en Jim onbedoeld uit de hand dreigt te lopen en de verbouwing van Soofs tuinhuis tot professionele keuken zijn tol eist, dringt de vraag zich langzaam op of Kasper nog wel die woest-aantrekkelijke man is, waar Soof ooit voor viel.