Piloot Charlie Halliday heeft tijdens een routineklus in de wildernis van de Noordpool een ontmoeting met een kleine groep Inuit vissers, met onder hen een ziek jong meisje, Kanaalaq genaamd. De vissers vragen aan Charlie om haar terug te vliegen naar een ziekenhuis; hun enige hoop dat het meisje zal overleven. Eerst weigert Charlie nog, maar als de vissers hem twee waardevolle walrusslagtanden aanbieden, wordt de verleiding hem te groot.