Op 18-jarige leeftijd probeert Faustine erachter te komen wie haar vader, Bernard, was, die ze niet goed kende en wie stierf toen ze nog maar een kind was. Vervolgens ondervraagt ze Loïc, die Bernards beste vriend was. Hij stemt ermee in om geleidelijk het mysterie te ontsluieren dat over het leven en de dood van de overledene hangt. Het begon allemaal toen Bernard terugkeerde uit Brazilië, een duister verleden achter zich liet, om zich met zijn vrouw en kleindochter in Porquerolles te vestigen. Kort daarna arriveert de mooie Alice op het eiland. Ze verleidt Loïc, terwijl ze voor hem verbergt dat ze ooit de minnares van Bernard was. De twee ex-geliefden herbeleven al snel hun passie, zowel tragisch als allesverslindend.