Hull, Engeland, 1970. In een verwaarloosde commune in een stoere havenstad nam een groep sociale buitenbeentjes - voornamelijk arbeidersklasse, meestal autodidacten - een nieuwe identiteit aan en begon eenvoudig straattheater te maken onder de naam COUM Transmissions. Hun speelse optredens maakten geleidelijk plaats voor werk dat openlijk over seks, pornografie en geweld ging. COUM leefde aan de rand van de samenleving, overleefde met schamele middelen en vond gemeenschap met anderen die door de mainstream werden gemarginaliseerd. De kern van de groep bestond uit twee artiesten, Genesis P-Orridge en Cosey Fanni Tutti. Naarmate hun werk evolueerde, begon Cosey carrière te maken als model voor pornografische tijdschriften, dat ze voor zichzelf claimde als een conceptueel kunstwerk, en gebruikte het om een specifieke positie te verwerven in relatie tot het feminisme van de jaren zeventig.