In de jaren twintig van de vorige eeuw komt in Wenen een boot aan met soldaten van de verliezende Duitse/Oostenrijkse kant. De mannen overleefden ternauwernood, ofwel werden ze bijna doodgemarteld of overleefden ze de Grote Oorlog niet nadat ze gevangen waren gezet in een wreed Russisch kamp. De Oostenrijkse oorlogsheld Peter Perg, in het burgerleven criminoloog, vocht dapper voor zijn keizer en bracht vele jaren door als gevangene. Terwijl hij nog steeds wordt achtervolgd door zijn bittere herinneringen aan de oorlog en de gevechten in de loopgraven, is hij de regeringsleiders gaan wantrouwen. Hij is niet alleen gedesillusioneerd door de oorlog, maar ook door de slechte manier waarop hij door de nieuwe regering wordt behandeld.