Na lange graafwerken wordt er eindelijk een schatkamer gevonden in de ondergrond van Camelot. De kamer is gevuld met goud en parels, maar toch is het voornamelijk een prachtig gloeiende blauwe steen die de aandacht trekt. Die zit verwerkt in de sarcofaag van Cornelius Sigan. Sigan is tientallen jaren eerder terechtgesteld wegens tovenarij. Voor zijn dood had hij gezworen wraak te nemen op Camelot. Als de volleerde dief Cedric lucht krijgt van deze ontdekking, is hij vastberaden om de sleutel tot de kamer te pakken te krijgen. Maar hij is zich niet bewust van de gevaren van deze schatkamer.